zondag 9 maart 2008

Akusuwe


DE GROTE HOUTBEDRIJVEN WERKEN met bulldozers, skidders en vrachtwagens. Maar die komen niet zo ver het bos in, en de Saamaka houthakkers doen alles nog zelf. Vrouwen en kinderen dragen op het hoofd de planken het bos uit, soms zeven kilometer ver. Dat dragen is meer werk dan het zagen, daarom kunnen de lokale houthakkers niet concurreren tegen de grote houtzagerijen en dat is jammer.
Alle houthakkers hier dromen daarom van tractoren. Ik hoor tientallen plannen om tractoren te kopen. Van vier tractoren die in Saamaka zijn gebracht heb ik wrakken gezien: ze hebben nooit echt gewerkt. Van twee tractoren beweert men dat ze hout transporteren maar ik heb ze nog nooit in actie gezien. Tractoren zijn hier blijkbaar geen succes: te duur, en ze passen niet goed in een korjaal. Eigenlijk maar goed ook, want tractoren vernielen het bos.

Daarom heb ik een motorkruiwagen uitgevonden: een tweewielig karretje, zo’n ding waar een ploeg of grasmaaimachine mee wordt aangedreven. Ik heb er een rek op geknutseld waar je planken op kan laden. Akusuwe, zo doopten de houthakkers hem. Met drie man til je Akusuwe een korjaal in en uit; Akusuwe kan zowat overal komen. En het werkt ook nog: zeshonderd kilo kan er op als het bospad goed begaanbaar is.
Nadat ik alle veranderingen had aangebracht die tijdens de proefritten nodig bleken, droeg ik Akusuwe over aan onze houthakkers. Hun zoontjes willen er graag mee rijden want Akusuwe stinkt en maakt lawaai en is dus modern.

NA ACHT JAAR AKUSUWE rijden en het bijbehorende wegonderhoud was het oorspronkelijke bospad tot een goed berijdbare weg geworden en op verzoek van de chauffeurs bouwde ik Akusuwe om tot een tractortje met aanhangwagen. Had ik dat maar niet gedaan. Waar de oude Akusuwe al het gewicht op de aangedreven wielen had en dus nooit slipte, maakt de nieuwe Akusuwe een modderpoel van de heuveltrajecten. Akusuwe was niet langer milieuvriendelijk: het zal decennia duren voordat die slipsporen herstellen.
Maar het grootste probleem is dat Akusuwe een nieuw soort voertuig is. Van een kruiwagen weet iedereen dat die kapot gaat als er drie zaken cement op geladen worden. Van een achttons DAF-truck weet men dat er niet meer dan twintig ton op kan. Maar een Akusuwe? Niemand weet het. Menno beweert dat er maar zeshonderd kilo op mag – maar Menno beweert zo veel.

Bij de oude Akusuwe balanceerde de chauffeur de lading, dus hij voelde wel hoeveel lading Akusuwe op welk traject kon hebben. Maar de nieuwe Akusuwe is een doordouwer met stuurbekrachtiging. Wie ooit een bulldozer reed, weet wat ik bedoel: zo’n ding ragt maar door en de bestuurder krijgt geen gevoel voor de krachten die hij losmaakt. De Akusuwebestuurders zijn jongens van zestien of zo, zonder enige ervaring met wat staal en lagers aankunnen. Ik had Akusuwe ontworpen voor zeshonderd kilo vracht en dat is veel voor een terreinvoertuigje van nog geen tweehonderd kilo eigengewicht. Maar toen ze die lading niet meer hoefden te balanceren gingen de chauffeurtjes experimenteren tot hoe ver ze konden gaan. Inmiddels rijdt Akusuwe routinematig meer dan een ton hout met een stuk of zes vriendjes daarop, en als er een as breekt zeggen ze laconiek dat ik het niet sterk genoeg heb gemaakt.

Ik had Akusuwe ontworpen als een voertuig met het draagvermogen van een ATV, de robuustheid van een tractor, en de milieuvriendelijkheid van een muilezel. Inmiddels denkt men dat ik kan toveren en eist het laadvermogen van een DAF truck, het bedieningsgemak van een taxi, de wendbaarheid van een kruiwagen, het gewicht van een ATV en de prijs van een appel en een ei.

Geen opmerkingen: